2008

Jaarverslag 2008

Brief bij jaarverslag 2008

MIRIAM WINKEL BEDANKT GRIFTLAND

Gepubliceerd: 30 december 2008

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Vrijdag voor de herfstvakantie voeren de tweedeklas-leerlingen van het Griftland College traditioneel actie voor een goed doel door straatverkoop en diverse andere activiteiten. De opbrengst – 7200 euro – was dit jaar bestemd voor een project in Kenia. Oud-plaatsgenoot Miriam Winkel die zich in het Afrikaanse land inzet voor het Samburu herdersvolk, kwam donderdag naar de school om de leerlingen te bedanken voor het geweldige resultaat van hun 

Het geld wordt gebruikt voor de aanschaf van een vrachtwagentje waarmee de stamleden vee kunnen  verhandelen, zodat ze een bescheiden inkomen verwerven. Miriam bezocht in gezelschap van Leo Weusten en Joke Everts van de Derde Wereldgroep Soest onder lestijd de tweede klassen om hen persoonlijk te informeren over de resultaten. ‘Dat 275 scholieren dit gedaan hebben is waanzinnig. Ik heb de mensen in Kenia uitgelegd dat kinderen in het verre, onbekende Nederland zich voor hen hebben ingezet. Dat vonden ze heel bijzonder, want ze dachten dat straatverkoop niks voor blanken is. De leerlingen hebben echt arme mensen geholpen, waardoor ze zonder honger naar bed kunnen’, aldus Miriam.

Onder de tweedeklas-leerlingen ontstond tijdens de actie een ware competitie om het beste resultaat te boeken. Klas 2vwo-B met mentor Hul won die ‘wedstrijd’ Ze brachten 1300 euro bij elkaar, o.a. door in een zorginstelling voor ouderen een bingospel te organiseren. Het bijeengebrachte geld is verdubbeld door Impulsis, een organisatie die particuliere ontwikkelingsprojecten ondersteunt. Hierdoor wordt de aanschaf van de beoogde vrachtwagen mogelijk.      

De klas met het beste resultaat, met mentor Hul (midden zittend) en tweede van rechts zittend Miriam Winkel en Joke Everts, geheel links Leo Weusten van de DWG

Tekst en foto: Hans Kruiswijk

MIRIAM WINKEL BEZOEKT DERDE WERELDGROEP SOEST EN GRIFTLAND

Gepubliceerd: 21 december 2008

Miriam Winkel, van de organisatie Seed-Samburu, is enkele dagen vanuit Kenia naar Nederland gekomen. Ze heeft niet alleen de Derde Wereldgroep Soest bezocht, maar ook het Griftland College. Ze is daar alle tweedeklassers persoonlijk gaan bedanken voor hun inzet voor de straatactie op vrijdag 10 oktober. Bij die gelegenheid hadden de leerlingen maar liefst 7200 euro opgehaald. Een enorm succes!Persoonlijk ging Miriam de klassen langs (staand links op de foto). Ze vertelde in elke klas dat ze enorm onder de indruk was van de acties van de leerlingen. Het is namelijk niet zo maar gewoon dat jonge mensen hier zich inspannen voor onbekende arme mensen in een ver, vreemd land!

Aan de Samburu had ze verteld dat leerlingen in Nederland, in Soest, op de straten allerlei dingen verkochten voor hén! Ongeloof bij de Samburu! ‘Gaan blanke mensen dan zo maar op straat dingen verkopen? Dat doen toch alleen maar zwarte mensen?! En die kennen ons toch helemaal niet? Waarom doen ze dat?’

Miriam  Winkel vertelde dat ze van plan is op de vrachtwagen, die gekocht gaat worden van het bijeengebrachte geld, met grote letters GRIFTLAND COLLEGE te schilderen. ‘Dan rijdt vanaf nu een aandenken aan jullie op en neer vanuit Noord-Kenia naar Nairobi.’ Dit voornemen kreeg in alle klassen een warm applaus!

SANYO DIGITAL CAMERA

DAVERENDE FEESTAVOND VAN JUBILERENDE DERDE WERELDGROEP SOEST

Gepubliceerd: 16 november 2008

De Derde Wereldgroep Soest heeft feest gevierd. En hoe! Op vrijdagavond de 14de november rinkelden in de aula van het Griftland College de ruiten door het tromgeroffel en sprongen de dansers van dansgroep Zaouli (foto) woest in het rond. Het was soms voor het overwegend wat oudere publiek wat veel van het goede. Maar de sfeer was optimaal en wie gaat er dan vitten?

Door Leo Weusten

De algemene waardering was er een van grote erkenning voor het werk van de DWG. In de 25 jaar van haar bestaan zijn er toch maar vele duizenden arme mensen in ontwikkelingslanden beter van geworden. En dáár gaat en ging het toch om?

De zaal was intiem-gezellig aangekleed met kraampjes, bonte doeken en planten. Burgemeester Arie Noordergraaf opende de avond met een korte toespraak en hij kreeg het eerste exemplaar aangeboden van de jubileumbrochure. Hij vond dat het de opdracht is van de lokale overheid zulk particulier initiatief als dat van de DWG Soest financieel te steunen.

Die brochure overigens ziet er zonder meer creatief en professioneel uit, voor een belangrijk deel dankzij de inzet van Hans Scholte. Die heeft  zich in veel meer opzichten zeer betrokken getoond bij de DWG. Aan Hans Kruiswijk (Soest Nu), Aad Post (Soester Courant) en Jan Visser werd dank gebracht voor hun bijdragen.

Het hoogtepunt, niet gepland, maar toch, was het moment van de tranen van Mama Josephine Bakhita (foto), die door Annemarieke Koch spontaan werd geëerd voor haar ongelooflijk mooie werk voor gehandicapte kinderen in Tanzania. 

Rob Duit, directeur van de onderbouw van het Griftland College, maakte de opbrengst bekend van de jaarlijkse actie van de tweedeklassers. In één vrijdagochtend hebben zij 7200 euro binnengehaald voor het straatarme herdersvolk van de Samburu in Kenia.

 

Rob Duit overhandigde symbolisch het bedrag aan Joke Everts (foto), vriendin van Miriam Winkel, de oprichtster van SEED (Stichting  Samburu Empowerment and Education). Joke Everts bedankte in een kort, maar kernachtig woordje op vriendelijke en enthousiaste wijze voor die uitzonderlijke bijdrage. De feestrede werd uitgesproken door Kees Waagmeester. Hij memoreerde, als ervaringsdeskundige, dat  in de loop van de jaren de kijk op ontwikkelingswerk geëvolueerd is in de richting van ‘Gelijkwaardigheid en Wederkerigheid’. De feestavond had niet zo’n succes kunnen worden zonder het gebak, de drankjes, de biologische hapjes en de medewerking van vele vrijwilligers . Al met al een feestavond, de jubilerende DWG Soest waardig! <

FEESTREDE: 25 JAAR DERDE WERELDGROEP SOEST

Gepubliceerd: 17 november 2008

Van mijn kant ook mijn hartelijke felicitaties aan de Derde Wereldgroep Soest. Ook wil ik al die mensen in de derde wereld feliciteren die in de loop van de jaren hebben geprofiteerd van jullie werk. Zelf maakte ik afgelopen jaar weer van dichtbij mee hoeveel dit werk kan betekenen toen ik bemiddelde voor een oude vriend in Mali die een technische school bouwt. Met € 2500 euro van de Derde Wereldgroep Soest, die werd verdubbeld door Impulsis, werd een goede basis gelegd voor de in totaal € 36.000 die inmiddels is opgehaald.


Door Kees Waagmeester

Ik hou mijn feestrede aan de hand van mijn persoonlijke betrokkenheid bij ontwikkelingssamenwerking en hoop dat u daarin iets zal herkennen van tijdgeest en thematiek. Het begon op 24 mei 1983 met een initiatief om te inventariseren wat er in Soest gebeurde op het terrein van ontwikkelingssamenwerking. Weet u nog waar u toen was? Leidje Tomassen, Joke Koot en Nelleke Streefkerk waren er bij, lees ik. Op dat moment woonden mijn gezin en ik in Boven Volta, nu Burkina Faso, land van de rechtvaardigen.

OprichtingOp 28 september 1983 wordt de oprichtingsvergadering gehouden van de Derde Wereldgroep Soest gehouden. In de tussentijd, tussen mei en september, was ik hoofdredacteur geworden van het opiniemaandblad onzeWereld, wat ik tot 1993 zou blijven. Ter gelegenheid van mijn afscheid maakten we een special met als titel ‘Africa revisited’. Daarvoor bezocht ik het project in Burkina Faso waarin ik van 1981 tot 1983 had gewerkt als adviseur van bestuur en directie van een streekontwikkelingsproject in Toma, een project dat in de jaren zeventig werd gesteund door een van de eerste lokale derdewereldgroepen in Nederland, misschien wel de eerste, die van Waddinxveen, een echte voorloper omdat deze groep de weg naar gemeentelijke ontwikkelingssamenwerking heeft helpen effenen. Soest en veel andere gemeenten hebben daarvan kunnen profiteren en hebben zich daar ook in de jaren tachtig nog voor ingezet; ik herinner met de landelijke activiteiten van burgemeester Scholten. 

Dus bezocht ik vijftien jaar geleden na tien jaar het project in Toma. Ik citeer uit die reportage:

‘De sfeer in de dolo-cabaretten, de plaatsen waar bier wordt geschonken, gemaakt van lokaal verbouwde gierst, is van dezelfde vrolijkheid als eertijds. Alleen ziet het nu voor het cabaret blauw van de fietsen. En de houtovens waarop de bierpotten drie dagen staan te koken, hebben een gesloten vorm. De vrouwen hebben de helft minder hout nodig. Tien jaar geleden werd er op gestudeerd hoe dat moest. Er verschenen rapporten en er werd over vergaderd. Als ik blij verrast de houtovens bekijk, reageren de omstanders nauwelijks. Natuurlijk, er worden cursussen gegeven waar je de ovens kunt leren bouwen. Uiteraard.Goed nieuws is geen nieuws. Wat lukt is vanzelfsprekend.’ 

Ivoorkust

In de reportage beschrijf ik ook mijn eerste schreden op het pad van de ontwikkelingssamenwerking: 

 ‘Toen ik nog maar net 21 was, januari 1969, had ik er drie maanden opleiding opzitten aan het Koninklijk Instituut voor de Tropen in Amsterdam: ik ging met SNV, een nog jonge uitzendorganisatie, als Nederlands vrijwilliger naar Ivoorkust, West-Afrika. Voor mij begon het leven. Weg van huis, allemaal nieuwe ervaringen in een vreemd land, en nog buitengewoon nuttig en nobel werk ook. Project: volkswoningbouw, gefinancierd door onder andere de Wereldbank. Ik ging naar afgelegen dorpen toe en vroeg of men er een groep wilde vormen om geld te lenen voor woningbouw. Hier en daar had ik succes, het meest in het dorp Piandrou, waar de foto werd gemaakt die later op het informatieboekje voor lagere-schooljeugd zou prijken: ‘Jongeren helpen arme landen’. Toen ik er twee jaar had opzitten, waren de huizen in Piandrou half afgebouwd. Twaalf jaar later ben ik teruggegaan. Er was geen steen meer toegevoegd aan de kale opstaande muren. De eigen bijdrage van de bewoners voor de leningen was door een jonge Ivoriaan op rekening van een politieschool in België gestort. Deze ambtenaar van volkshuisvesting wilde bij nader inzien toch liever de voetsporen van James Bond drukken. Dat de eigen bijdragen in Piandrou zo makkelijk waren ingezameld, was mede een gevolg van mijn blanke huid. Het huizenbouwproject in Ivoorkust is begin jaren zeventig afgeblazen. Wat je noemt een Witte Olifant-project. Gemetselde stenen huizen met aluminiumdaken behoren niet tot de eerste levensbehoeften van de plattelandsbevolking. Onderwijs, gezondheidszorg, landbouw; dat waren de echte prioriteiten. Hoe lang hebben de koffieboeren van Piandrou en het overheidsbudget nog leningen afbetaald die niet rendabel waren?’ 

Ik vervolgde de reportage: 

 ‘Wat de Ivorianen ook aan mij hebben gehad; ik werd er twee jaar ouder en iets wijzerEn met mij de Nederlandse publieke opinie. olgens de brochure ‘Jongeren helpen arme landen’ van begin jaren zeventig telde de wereld drie miljard inwoners en 27 rijke landen. ‘De rijke landen moeten de arme landen leren hun eigen samenleving tot ontwikkeling te brengen. De hulp van de rijke aan de arme landen die erop gericht is dit doel te bereiken, heet ontwikkelingshulp.’ Al heel verantwoord en subtiel geformuleerd. Maar dat de rijken de armen iets leren, was kennelijk onomstreden.’ 

Het eind van de reportage, nog steeds vijftien jaar geleden, probeer ik de balans op te maken:

 ‘Het laatste stukje van de terugreis gaat per trein vanuit Brussel. Als het langzaam licht wordt, verandert België in Nederland, aangeharkt en wel. Je ziet haast geen mens; Nederland is per auto onderweg. Overal ligt bouwwerken, bruggen, boten, wegen. De ene bouwstijl naast de andere. Ondanks het jaargetijde toch overal kleur, zowel in het landschap als in de dorpen en steden.In het roodbruime Toma, waar de velden, wegen en huizen dezelfde tint hebben, het hele dorp schijnbaar door één architect is ontworpen, vullen de straten zich nu met wandelaars en fietsers.Begin jaren zeventig stelden wij als teruggekeerde vrijwilligers plechtig vast dat het belangrijkste ontwikkelingswerk in Nederland moest plaatsvinden: bewustwording over knellende politieke- en handelsstructuren. De veranderingen moesten niet alleen in het Zuiden plaatsvinden, maar ook in het Noorden. Wat toen revolutionair leek, is nu bijna gemeengoed.De verschillen tussen Nederland en Toma lijken groot. Maar de overeenkomsten zijn nog groter. Niet alleen is men op beide plaatsen onderhevig aan teveel aan C02 en te weinig aan ozon, niet alleen is op beide plaatsen de vraag cruciaal of men nog op tijd tot duurzame landbouw komt.Nee, er is op beide plaatsen een breuk met het verleden gaande. Economische markten en vertrouwde maatschappelijke oplossingen werken niet meer. Er is te weinig betaald werk in beide samenlevingen, de makkelijke en goedkope afwenteling op natuur en mens wekt tegenreacties op. Het wordt een kwestie van zich opnieuw organiseren met overleven als laatste norm.’ 

En helemaal aan het slot van de reportage schreef ik:

Vijfentwintig jaar geleden ging ik de problemen in Afrika helpen oplossen. Nu begin ik aan een nieuwe baan als directeur van het Platform voor Duurzame Ontwikkeling. “Je blijft dus met Afrika bezig”, zeggen veel mensen bij het horen van het woordje ontwikkeling. Maar dit Platform gaat vooral over de eigen Nederlandse samenleving, over de welvarende landen die een onevenredig deel van de milieuruimte in de wereld gebruiken. Verdelen wat we hebben, nu en in de toekomst. En dat ontwikkelingswerk moet thuis gedaan worden.’

DuurzaamEen tussenbalans, want we zijn nu vijftien jaar verder. Wat is er intussen gebeurd? Het idee van duurzame ontwikkeling dat ik in 1993 ging promoten in Nederland is meer dan ingeburgerd. Grote ondernemingen adverteren ermee. Het duurzaamheididee zit nu wel tussen de oren van iedereen; maar hoe maak je het waar in de structuren van de maatschappij? In die zin zijn wij ook een ontwikkelingsland. Zijn wij in staat onze scheef gegroeide consumptiesamenleving rechtvaardig en toekomstbestendig te maken? Wij ervaren dat er geen makkelijk antwoorden zijn. De bewustwording is geslaagd, maar nu de praktijk nog.  

Daarmee zijn we duidelijk op gelijk niveau aangekomen met die arme landen en die arme mensen die we al decennia willen helpen. Gelijkwaardigheid in de ontwikkelingssamenwerking is essentieel. En wederkerigheid. Ontwikkelingssamenwerking betekent dat beide partijen in de relatie zich inspannen om hun zaakjes op orde te krijgen. Maar vanzelfsprekend is dat niet.

Ter illustratie: Het Platform van Duurzame Ontwikkeling fuseerde in 1996 met de NCO tot NCDO, Nationale Commissie voor internationale samenwerking en Duurzame Ontwikkeling. In 1999 werd duidelijk dat het deel van de NCDO dat zich met duurzame ontwikkeling in Nederland bezighield en waar ik de leiding had, door de belangrijkste subsidiegever van de NCDO, de minister van Ontwikkelings-samenwerking, te Nederlands werd gevonden, te weinig ontwikkelingssamenwerking. Het moest verdwijnen, al bleef duurzaamheid in de naam staan. Het was teleurstellend dat dit gebeurde tijdens het ministerschap van een partijgenoot van mij, mevrouw Herfkens.  Voor mij was het idee van duurzame ontwikkeling juist de brug naar de eigen samenleving. Weg van de eenzijdigheid in de ontwikkelingsrelatie waarin er mensen zijn die helpen en mensen zijn die problemen hebben. Waarin rijkdom wordt gezien als een vrucht van ‘ontwikkeld zijn’ en armoede als en bewijs van onderontwikkeling.

Ik zal nooit zeggen niet dat wij rijken de schuld dragen van armoede en onderontwikkeling. Zo eenvoudig is het niet. Wel moeten we onze verantwoordelijkheid in dat proces niet ontkennen. Maar ook de inwoners van Afrika moeten hun verantwoordelijkheid op zich nemen. Vorige week leidde ik een debat over corruptie en governance betrekkening hebbend op Kameroen. Dat is het moderne ontwikkelingsdebat. Met houthandelaar Wijma, met houtgebruiker Rijkswaterstaat, met Amnesty International. Wat behoren alle spelers in de keten van het dorpje in Kameroen tot aan de Nederlands consument te doen? Waarom importeren wij zoveel hout? Waarom importeren wij nog hout dat geen betrouwbaar keurmerk heeft? Waar komen de opbrengsten van die houtkap terecht? Wat doet de Kameroenese overheid met die opbrengsten uit de houtkap? Worden die aangewend ten goede van de bevolking? Hoe staat het in Kameroen met de vrijheid van meningsuiting?Twee jaar geleden heb ik in een boekje geschreven: ‘Ik en de wereld, de wereld en ik’ waar de kwestie van het onevenredige beslag dat de rijke landen op de voorraden van de wereld leggen, het belangrijkste thema is.De ontwikkelingsvraag is, opnieuw, een opgave waar we thuis het beste aan kunnen werken, zo is mijn opvatting.  Met name door deze opvatting ben ik zelf wat meer ontspannen in de discussie over ontwikkelingssamenwerking komen te staan. Ontwikkelingssamenwerking niet effectief? Kijk eens naar je eigen. Is ons klimaatbeleid zo effectief?

In 2000 heb ik eens voorgesteld om eenderde van het budget voor ontwikkelingssamenwerking in Nederland te besteden in het belang van derdewereldlanden. Bijvoorbeeld aan een leger mensenrechtenadvocaten, aan een deskundiger buitenlands handelsbeleid en ontwikkelingsbeleid. Aan het op grote schaal gebruiken van kleinschalige energie-opwekkingstechnologie, zodat we geen verouderde en verspillende technieken exporteren naar ontwikkelingslanden. En nu zou ik eraan toevoegen: om die keten van verantwoordelijkheid gezond te maken. Van de katoenboer tot de spijkerbroek, van de cacaoboon tot de bonbon.Ik heb niet anders meegemaakt dan dat ontwikkelingssamenwerking periodiek onder schot wordt genomen. Ik heb er zelf altijd aan meegedaan.

Mijn adagium tijdens mijn hoofdredacteurschap van onzeWereld was, dat wij moesten zorgen voor de kritiek op het functioneren van ontwikkelingssamenwerking en niet De Telegraaf. Discussie is noodzakelijk. Er is in de ontwikkelingswereld altijd veel geleerd van fouten en onvolkomenheden.  Ik heb heel wat sectoren leren kennen, maar als er één sector is die zichzelf evalueert en die lessen leert van de eigen praktijk, is het wel ontwikkelingsamenwerking. Met vallen en opstaan.Het bestaan van plaatselijke derdewereldgroepen die soms ook domme dingen doen, is een onverbrekelijk onderdeel van dat leerproces. De discussie is soms ruw. Het is noodzakelijk onderscheid te maken tussen de verschillende soorten hulp en de verschillende spelers die er bij betrokken zijn. Noodhulp is iets anders dan hulp via particuliere organisaties, zoals Oxfam-Novib. Samenwerking via VN-organisaties is wat anders dan samenwerking via plaatselijke groepen zoals de derde wereldgroep Soest. Wat alle vormen van hulp en samenwerking bedreigt is dat ze een doekje voor het bloeden zijn waarmee de noodzaak van veranderingen in de structuur van de verhoudingen tussen rijk en arm, wordt verdoezeld. Een schaamlap voor het falen van de politiek, van de internationale rechtsorde. Oke, maar dan?Alleen wie bezig is met het helpen van mensen in hun strijd om het bestaan, kan in solidariteit zicht krijgen op de onderliggende problemen en het onderliggend onrecht.Noodhulporganisaties moeten zich ook druk maken over de oorzaken van de door mensen veroorzaakte rampen.Lokale derdewereldgroepen moeten zich ook druk maken over eerlijke handel.Het steunen van projecten door de Derde Wereldgroep is geen vervanging van het je politiek inzetten voor een rechtvaardige wereld. Het maakt me juist bewust van het grote belang van een rechtsorde, nationaal en internationaal, die mensen beschermt, van een overheid die zorgt voor onderwijs en gezondheidszorg, van een financieel-economisch stelsel dat gericht is op de behoeften van velen en niet op de hebzucht van enkelen. Er blijft dus altijd werk aan de winkel.

Op naar de volgende 25 jaar. <

DERDE WERELDGROEP BESTAAT 25 JAAR – VIERING VRIJDAGAVOND 14 NOVEMBER

Gepubliceerd: 02 november 2008

Het zilveren jubileum van de Derde Wereldgroep Soest wordt gevierd op vrijdagavond 14 november met een feestelijke bijeenkomst in de aula van het Griftland College aan de Noorderweg 79 in Soest en met de uitgave van een opvallend mooie brochure.

De feestavond in het Griftland College begint om 19.30 uur met koffie en gebak en in de pauze worden drankjes en exotische hapjes geserveerd.

De toegang is gratis.

Burgemeester Arie Noordergraaf opent de avond en neemt het eerste exemplaar van de jubileumbrochure in ontvangst. De Afrikaanse dansgroep Zaouli geeft enkele spetterende optredens. Kees Waagmeester, Soester deskundige op het gebied van ontwikkelingssamenwerking, houdt een feestrede. ‘Mama’ Josephine Bakhita uit Tanzania zorgt voor een ‘geluid uit het veld’. Tevens wordt de totale opbrengst van de Griftland-actie voor het Samburu-herdersvolk in Kenia bekendgemaakt. De Soester WereldWinkel is gewoontegetrouw ook aanwezig met een kraampje waarin men naar hartelust kan grasduinen.

Miriam Winkel te midden van Samburu-vrouwen. 

Op de feestavond  is er ook een foto-expositie van het project voor het Samburu-herdersvolk in Kenia. Miriam Winkel, ex-voorlichtster van de gemeente Soest, woont en werkt bij dit volk en zet zich intensief voor hen in.

Ontwikkeling

In 1983 werd de Derde Wereldgroep Soest  (DWG) opgericht. Van meet af aan is de groep binnen de Soester gemeenschap breed gedragen en is ze niet gebonden aan een bepaalde politieke of kerkelijke richting. Vanaf het begin ook  stonden twee doelstellingen centraal: ondersteunen van kleinschalige projecten in de Derde Wereld en bewustwording bevorderen binnen de Soester bevolking van de  problematiek van mensen in ontwikkelingslanden. Donateurs zorgen voor een stabiel financieel fundament. Toen de DWG in 1987 werd erkend als gemeentelijk Platform voor Ontwikkelingssamenwerking  kende de gemeente haar een jaarlijkse subsidie toe, gekoppeld aan de eigen inbreng van gelden. Allerlei activiteiten werden ondernomen om fondsen te verwerven en om bekendheid te geven aan het ontwikkelingswerk.Al in de eerste jaren van haar bestaan ontstond er een hechte relatie met het Griftland College. Elk jaar op de laatste vrijdag voor de herfstvakantie voeren de tweedeklassers binnen Soest en omstreken (straat)acties voor een van de  projecten van de DWG. Elk jaar is het opnieuw verrassend hoe creatief en hoe  succesvol de activiteiten van  de leerlingen blijken. Docenten en leerlingen werken enthousiast samen ten bate van het mooie doel. Het Kontakt der Kontinenten te Soesterberg speelde een belangrijke rol voor de DWG door het organiseren van discussiebijeenkomsten over ontwikkelingssamenwerking. Ook Impulsis, een alliantie op het terrein van ontwikkelingssamenwerking, steunt de DWG. Sinds 2004 verdubbelt zij het bedrag dat bestemd is voor financiering van een aantal DWG-projecten.

Jubileumbrochure

De DWG-jubileumuitgave bevat de geschiedenis van de DWG, veel reacties ‘uit het veld’, interviews met betrokken mensen en veel interessante foto’s. De brochure is gratis te verkrijgen bij het secretariaat, telefoon (035) 6014605 of per e-mail: dwgsoest@hotmail.com.

GRIFTLANDERS VERDIENEN 7200 EURO MET STRAATACTIES

Gepubliceerd: 12 oktober 2008

Elk schooljaar op de vrijdagochtend vóór de herfstvakantie laten de tweedeklassers van het  Griftland College zich zien op straat. Met de verkoop van koffie, thee, muffins, cake, appelflappen, maar ook rozen en pepernoten wordt lekker veel geld verdiend.  Het geld is bestemd voor het Samburu-herdersvolk in Kenia, een van de projecten van de Derde Wereldgroep Soest (DWG).

Miriam Winkel, voormalig voorlichter van de gemeente Soest, leeft en werkt voor het Samburu-herdersvolk in het noordoosten van Kenia. Dit doet zij namens de stichting  SEED. Met de verkoop van vee wordt geld verdiend om voor werkgelegenheid en basisvoorzieningen te zorgen. Zoals een winkel, een school, moestuinen, drinkwater en sanitaire voorzieningen. De tweedeklassers van het Griftland College hebben op school lessen gevolgd over Kenia en het Samburu-volk. De leefomstandigheden van de Samburu zijn ronduit slecht. Vooral de kinderen hebben het heel zwaar.

In  Soest

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

‘Het is goed als je wat voor Kenia doet!’ staat er op een spandoek te lezen. ‘We hebben al € 80 verdiend met verkopen van appelflappen en verse jus d’orange,’ roepen twee jongens rond tien uur. Ze verkopen ook loten voor een lekkere slagroomtaart, en je kan darten: ‘Richt je pijl op € 0,50 en geheid dat ie op € 2 uitkomt! Betalen! En als troost een glaasje jus!’Veel mensen lopen aan de kraampjes voorbij. ‘Maar er zijn er ook die niet eens hun wisselgeld terug willen!’ zegt een jongen. ‘En dan een cakeje van € 0,50 met een euro betalen!’De leerlingen werken in groepjes. Collecteren mag niet. ‘Nee, geld verdienen is veel leuker!’zegt een meisje, dat langs de deuren gaat met gesponsorde rozen. ‘Sommige mensen zijn wel chagrijnig, hoor, maar we hebben toch nog € 51 verdiend!’

Baarn en Bunschoten

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

In Baarn had een winkelier liever niet dat ze voor de winkel gingen zitten. ‘Maar we kregen wel heel veel gratis spulletjes van haar om te verkopen, zoals cosmetica en geurtjes!’ Vertellen twee enthousiaste meisjes. Ook in Bunschoten werd goed verdiend. Daar wordt de ware ondernemingsgeest wel gewaardeerd. Na deze ochtend komen de leerlingen terug op school en dragen vol trots hun geld af. Dat wordt geteld door de mentoren van de tweedeklassers. Daarna overhandigt Rob Duit, afdelingsdirecteur van de school, het bedrag met een symbolische cheque aan een vertegenwoordiger van de DWG.De klas met de hoogste opbrengst (dit jaar € 1300) krijgt extra applaus. En wat bracht er in deze klas nou zoveel geld op? Een paar leerlingen waren van tevoren naar sponsors gegaan voor gratis cadeautjes om Bingo te spelen in een bejaardenhuis, dat bracht € 300 op. De koffie en thee waren hun enige uitgave.

Opbrengst verdubbeld

Met de totale opbrengst van € 7200 is er weer een record gevestigd. Een geweldige opbrengst die ook nog verdubbeld wordt door ontwikkelingsorganisatie Impulsis.

Griftlanders, hartelijk dank!

Bij de foto’s (van Bernadette Postma): Zes van de klas met de hoogste opbrengst (geheel boven) en ook succesvolle drie tweedeklassers (boven).

DERDE WERELDGROEP SOEST STEUNT SAMBURU IN KENIA

Gepubliceerd: 16 september 2008

Het gebied van de Samburu ligt in het noord-oosten van Kenia, Oost-Afrika. Een zeer droog, woestijnachtig landschap, waar het dikwijls meer dan 40 graden wordt. De Samburu zijn lange mensen, die veel lijken op de bekende Masai. Ze leven vooral van hun vee, koeien, geiten, schapen en enkele kamelen. Wanneer er niet meer genoeg ‘groen’ te eten is voor het vee trekken de Samburu naar een ander gebied. Het zijn dus half-nomaden, altijd op zoek naar gras en water.

Het leven van de Samburu is hard, vooral voor de vrouwen: kinderen opvoeden, hutten bouwen, het huishouden doen, voor het vee zorgen, water halen, dikwijls van heel ver, hout sprokkelen, geiten hoeden, meestal met kleine kinderen op de rug of in een draagdoek op de heup.

De mannen zijn hoeders van het grote vee en krijgers, die hun gezinnen en hun dieren beschermen. Altijd loeren er roofdieren of gewapende vijandige groepen. Altijd moeten ze bedacht zijn op vechten of vluchten.

De leefomstandigheden van iedereen zijn slecht. Vrijwel alle mensen van de Samburustam zijn analfabeet en ze leven onder de armoedegrens. Economische activiteit beperkt zich bijna alleen tot ruilhandel en soms tot het kopen of verkopen van wat vee. Melk, soms gemengd met bloed, is de belangrijkste voedselbron. Vlees wordt alleen gegeten bij bijzondere gelegenheden.

De klaslokalen zijn klaar!

Samburu-kinderen horen volgens UNICEF tot de meest kwetsbare kinderen ter wereld!  Oorzaken zijn het tekort aan water, toenemende verwoestijning, weinig of slechte gezondheidszorg, geen of slechte infrastructuur, onwetendheid van de ouders en nauwelijks mogelijkheden tot ontwikkeling.

Samburu-meisjes hoeden vanaf de kleuterleeftijd, samen met de vrouwen, het kleinvee. De wat oudere meisjes helpen met het oppassen en verzorgen van kleinere kinderen of zijn ook druk met waterhalen en hout sprokkelen. Vanaf hun vijftiende worden ze uitgehuwelijkt, nadat ze eerst worden besneden. Na haar huwelijk moet het meisje intrekken bij haar schoonfamilie. Ze is volkomen afhankelijk van haar man. Vrouwen en meisjes hebben geen eigen bezit en kunnen ook niet erven.

De jongens zijn meestal tot ongeveer hun veertiende, net als de meisjes, bij de kalfjes en de geiten. Daarna moeten ze een aantal heldendaden verrichten, zoals het doden van een groot roofdier of het vechten tegen een vijandige stam, om te bewijzen dat ze ‘man’ zijn en volwaardige krijgers. Ook zij worden dan besneden.

De getrouwde, volwassen mannen vormen samen de Raad van Ouderen, die het voor het zeggen hebben in het dorp. Zo’n dorp is een kleine gemeenschap van enkele families, die onderling sterk verwant zijn. Binnen de Samburu-stam is polygamie gewoon. Een man kan meerdere vrouwen hebben, maar  moet daarvoor wel zo ‘rijk’ zijn dat hij voor elke vrouw een bruidschat in de vorm van vee kan betalen aan de familie van de bruid.

In het gebied van de Samburu leeft en werkt de Nederlandse Miriam Winkel, die een aantal jaren voorlichtster van de gemeente Soest is geweest. Zij heeft de stichting Samburu Empowerment through Education and Development, SEED-Samburu, opgericht, een organisatie die de leefomstandigheden van de Samburu wil verbeteren. Ze doet dat door te zorgen voor onderwijs en basisvoorzieningen als voedsel, drinkwater en gezondheidszorg. Er zijn inmiddels met steun van Edukans een aantal klaslokalen gebouwd, waar nu al meer dan duizend kinderen les krijgen. Ook is er een gemeenschapswinkel ingericht die de meest noodzakelijke producten verkoopt, zoals maismeel, aardappelen, uien, olie en zeep. Deze winkel verschaft een paar mensen werk en met de winst worden schoolboeken aangeschaft. De aanlegde gemeenschappelijke akkers van elk vijf hectare, waar mais en bonen worden geteeld, leveren ook werk en inkomsten op. Met een deel daarvan worden de leerkrachten betaald en de leslokalen onderhouden. Alle plannen worden zo veel mogelijk door de Samburu zelf gedragen en uitgevoerd.

Veehandel & vrachtwagen

Een van de nieuwe plannen van SEED  is het opzetten van een veehandel. De organisatie wil daartoe geiten en runderen opkopen van de Samburu om die in Nairobi met winst te gaan verkopen. Die winst wordt dan weer gebruikt voor het uitgebreide ontwikkelingsprogramma. Op die manier wordt de tussenhandel uitgeschakeld en komen alle inkomsten aan SEED ten goede. Om dit idee uit  te kunnen voeren hebben ze onder meer een kleine vrachtwagen nodig. Met die vrachtwagen kunnen de geiten, schapen en runderen vervoerd worden naar Nairobi, een afstand van meer dan 100 km! Op deze ritten zullen bewakers meegaan, om roofovervallen te voorkomen. Op de terugweg kunnen materialen voor het winkeltje en voor de schooltjes worden meegebracht. Met de aanschaf van een vrachtwagen worden de kosten voor het húren van zo’n auto uitgespaard. Bovendien kan de auto af en toe aan derden verhuurd worden, wat ook weer geld oplevert voor het werk van SEED.

Miriam Winkel heeft de Derde Wereldgroep Soest om hulp gevraagd om het geld voor zo’n vrachtwagen bij elkaar te krijgen. Impulsis, het samenwerkingsverband van ICCO, Edukans en Kerk in Actie, zal het ingezamelde bedrag verdubbelen. Bij het Griftland College bracht dit mooie doel veel enthousiasme teweeg. De tweedeklassers van deze Soester school voor voortgezet onderwijs voeren namelijk elk jaar op grootse wijze actie voor een doel, dat de Derde Wereldgroep aandraagt. Dit jaar zal SEED Samburu het middelpunt van deze actie zijn.

Actie voor Samburu van tweedeklassers van Griftland College op 10 oktober

Op 10 oktober, de laatste vrijdag voor de herfstvakantie, zullen de leerlingen van alle tweede klassen van het Soester Griftland College actie gaan voeren om geld bij elkaar te krijgen voor de vrachtwagen die SEED Samburu nodig heeft. De actie wordt wekenlang voorbereid door de coördinatoren. De leerlingen krijgen informatie over het project, over Kenia en het volk van de Samburu. Ze moeten aan de hand daarvan een internet opdracht uitvoeren. Op de actiedag krijgen ze allemaal een Euro mee en gaan met dit Talent aan de slag om het te vermeerderen. Rond de school en in de winkelstraten van Soest en Baarn zullen een paar honderd leerlingen bezig zijn met het verkopen van zoete en hartige snacks, die veelal in moeders keuken zijn klaargemaakt of geschonken door winkeliers. Er wordt koffie en limonade geschonken en er worden voor geld allerlei klusjes gedaan. Rond 13.00 uur komen ze terug naar school en dan begint het tellen. Om de spanning van het wachten wat te breken, worden video-opnamen van hun acties vertoond. Om 14.00 uur is het grote moment aangebroken waarop afdelingsdirecteur Rob Duit het bedrag bekend zal maken en dit symbolisch aan mensen van de DWG Soest zal overhandigen. Het noemen van het eindbedrag levert altijd een woest gejuich op van vreugde over de hoogte ervan en ook van trots op de eigen prestatie. De klas, die gemiddeld het meeste heeft verdiend, wordt extra in het zonnetje gezet. Uitgeput, maar zeer voldaan, gaan de leerlingen en de coördinatoren daarna op een welverdiende herfstvakantie.

ZANDLOPER: 2400 EURO VOOR SERVE IN INDIA

Gepubliceerd: 26 mei 2008

Het weekblad Soest Nu van woensdag 21 mei jl. heeft op de voorpagina en op pagina 3 van hetzelfde nummer een verslag met een foto door Hans Kruiswijk plus een column van hem over hetzelfde onderwerp:

Soest – Maandagmiddag werd in de raadszaal van het gemeentehuis de Operatie Zandloper afgesloten met de huldiging van de scholieren die zich hebben ingezet voor het beheer en onderhoud van de Soester duinen.
Zestien bovenbouwgroepen van negen basisscholen uit Soest en Soesterberg hebben allemaal een tiende hectare van het stuifzandgebied onderhouden. De werkzaamheden bestonden voornamelijk uit het verwijderen van eenjarige boompjes, de zogenaamde opslag. Voor elk stuk geschoond terrein doneert de gemeente 150 euro voor een goed doel, dat is uitgekozen door de Derde Wereldgroep Soest (DWG). De keuze is gevallen op twee projecten van de organisatie SERVE (Society for Education Research and Village Empowerment). Dit betreft het in gebruik nemen van braakliggende terreinen bij een aantal dorpen in India en het herstel van een aantal waterputten ter plaatse. Tijdens de afsluitende bijeenkomst kregen alle groepen een foto van het schoongemaakte gebied en werd de cheque van 2.400 euro uitgereikt aan de Derde Wereldgroep. Op de foto drie leerlingen van de Wegwijzer: Jeffrey, Dennis en Bo-Deanne. De Operatie Zandloper is een initiatief van de gemeente Soest in samenwerking met de organisatie voor natuureducatie IVN Eemland.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

OnaanraakbarenOp de voorpagina van mijn courant stonden maandagmorgen twee foto’s van mensen in een rampgebied. De ene foto was gemaakt in China. Er stond boven ‘China, hoop doet leven’. De andere foto kwam uit Birma. Boven die foto was geschreven ‘Geen hulp doet sterven’.
Dodental in China 33.000, in Birma 78.000. Groot verschil is dat de machthebbers in Birma het onvoorstelbare standpunt innemen dat buitenlandse hulp niet wordt aanvaard. Aan de grenzen van het Aziatische land staan de hulpgoederen opgestapeld, maar de kinderen sterven. Ik heb er geen woorden voor. Machtswellust overschrijft grenzeloos alle normen en waarden.
Blijer werd ik van het gesprek dat ik vanwege het jubileum van de Derde Wereld Groep Soest (DWG) maandagmiddag had op het Griftland College. Al vele jaren houdt die school op de vrijdag voor de herfstvakantie een Actiedag. Die dag begint met het Bijbelse verhaal over de talenten. Leerlingen worden bepaald bij hun rijke leventje met vakanties, mobiele telefoons en mooie scooters. Dan volgt de vraag of de leerlingen iemand kennen die gehandicapt is. Stop je die dan in een schuur om de schande weg te wissen, zoals in sommige Afrikaanse landen gebeurt, is de volgende vraag. In Tanzania en Kenia worden gehandicapten beschouwd als ‘onaanraakbaren’, sommigen worden zelfs aan een boom gebonden achtergelaten. Een gehandicapt kind als gezichtsverlies, je kunt het je nauwelijks voorstellen. De confrontatie met een ‘ver-van-mijn-bed-werkelijkheid‘ motiveert de leerlingen van de school om door middel van diverse activiteiten van een euro, een bedragje te maken dat ten goede komt aan het goede doel. De betrokkenheid en het enthousiasme zijn groot. Het is goed om vanuit ons rijke westerse leventje de nood te zien, en te steunen wat het Goede Doel dient. Daarin is de Derde Wereld Groep Soest al 25 jaar een betrouwbare partner. Maandag werd de operatie Zandloper afgesloten, waarbij leerlingen van negen basisscholen jonge boompjes verwijderden in de duinen. Dat leverde 2.400 euro op. De DWG besteedt dat geld aan de onaanraakbaren van deze wereld. Als wij geraakt worden door het leed van de onaanraakbaren kan er veel goeds gedaan worden.Tekst en foto: Hans Kruiswijk

DERDE WERELDGROEP VOERT ACTIE VOOR GOEDE MOEDER EN KIND-ZORG IN GHANA

Gepubliceerd: 09 mei 2008

Praktisch onderricht voor kraamverzorgsters in opleiding in Ghana, met tweede van links de docente.

Het jaarverslag 2007 van de Derde Wereldgroep Soest (DWG) is uitgekomen. Dat jaar was een goed jaar voor het DWG-werk voor de allerarmsten in de Derde Wereld. Dankzij steun van de donateurs, actie van leerlingen van het Griftland College en de gemeente Soest konden achttien projecten worden uitgevoerd, waarmee een bedrag van ruim 52.000 euro was gemoeid.

Inmiddels zijn nieuwe projecten in voorbereiding. Een speciaal voorbeeld daarvan vinden we in het Hohoe-district in de Volta-regio in het West-Afrikaanse land Ghana. Het is een landelijk gebied met een pover wegennet. De arme boerenbevolking is veelal niet in staat om te betalen voor de diensten van de spaarzaam aanwezige gezondheidsklinieken of het districtsziekenhuis, die bovendien moeilijk te bereiken zijn. Zwangere vrouwen maken gebruik van Traditional Birth Attendants, kortweg TBA’s, die in de directe omgeving wonen en goedkoper zijn of soms helemaal niets rekenen.

De opleiding van deze TBA’s laat echter te wensen over. De overheid heeft in het verleden ooit een training verzorgd en een vervolgcursus, maar heeft voorlopig geen plannen in dit opzicht. Het gevolg is, dat bijna de helft van de bevallingen wordt geleid door ongetrainde TBA’s, wat extra risico’s voor de moeders en hun baby’s met zich mee brengt.

Afhankelijk van derden

De organisatie Akpafu geeft, in samenwerking met professionals, wel trainingen aan de deze vrouwen, maar is voor fondsen afhankelijk van derden. Voor de opleiding van 20 TBA’s vraagt Akpafu nu de steun van de DWG. Doel is het verbeteren van de pre- en postnatale zorg en de begeleiding van de bevallingen. De TBA’s leren ook om zwangere vrouwen, die een medisch risico lopen, op tijd naar een gezondheidscentrum te verwijzen. Ook geven zij voorlichting over familie-planning. Voor de aanschaf van cursusmateriaal en de training van de vrouwen, die 14 dagen intern is, wordt ons een bijdrage gevraagd van 4000 euro.

Wilt u meedoen?

Wilt u meehelpen om de moeder- en kindzorg in het Hohoe-district te verbeteren, stort dan uw bijdrage op Postbank 5634327 of Rabobank 379929813, ten name van de Derde Wereldgroep Soest. Het jaarverslag 2007 is op deze site in zowel Word als PDF (knop Jaarverslagen), maar ook in boekvorm te verkrijgen door een e-mail of telefoontje aan de DWG-secretaris: dwgsoest@hotmail.com of telefoon (035) 6014605.

LEO WEUSTEN DOOR KONINGIN BEATRIX ONDERSCHEIDEN

Gepubliceerd: 25 april 2008

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Vrijdag 25 april was een mooie dag voor de Derde Wereldgroep Soest en speciaal voor haar zeer gewaardeerde bestuurslid Leo Weusten. Onder voor Leo volstrekt geloofwaardige, maar absoluut valse voorwendselen was hij naar het Soester Raadhuis gelokt, waar hem bij het zien van alle feestelijk geklede bezoekers totaal geen licht op ging. Bescheiden als hij is, levert hij het liefst op de achtergrond zijn bijdrage.

Jarenlang was Leo Weusten actief binnen de voormalige Joannesparochie, waar zijn medemenselijkheid en zijn creatieve gaven tot uitdrukking kwamen. Ook het lot van de vele kansarme mensen in de Derde Wereld lag en ligt hem zeer na aan het hart. Sinds 1994 is hij bestuurslid van de Derde Wereldgroep en zet hij zijn talenten in om generaties leerlingen van het Griftland College in Soest bewust te maken van de noden van mensen ‘ver van ons bed’ en elk jaar weer deze jonge mensen te enthousiasmeren om actie te voeren voor een project van de DWG. Zijn kunstzinnigheid kan hij kwijt in het ontwerpen van posters, flyers e.d. die voor deze actie en voor de jaarlijkse ontmoetingsavond nodig zijn. Tweemaal redigeerde en produceerde hij een gedichtenbundel met gedichten van Soesters over ontwikkelingssamenwerking. Een klapper was de verkoop-tentoonstelling van vele van zijn schilderijen in het toenmalige C-drie in Soest, waarvan de opbrengst ten goede kwam aan een project.

Al deze belangeloze activiteiten voor de medemens híér en dáár resulteerden vrijdag in de volgende woorden van burgemeester Noordergraaf: ‘Het heeft Hare Majesteit de Koningin behaagd u te benoemen tot lid in de Orde van Oranje Nassau.’

Het bestuur van de Derde Wereldgroep Soest feliciteert Leo Weusten en zijn familie van harte met deze zeer verdiende onderscheiding.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Burgemeester Arie Noordergraaf van Soest speldt Leo Weusten de onderscheiding op (foto geheel boven), waarna zeer velen Leo Weusten gelukwensten, onderwie talrijke DWG’ers (foto hierboven).

Brief bij jaarverslag 2007

Gepubliceerd: april 2008

JAN BIK VOLGT ANS MANN OP ALS VOORZITTER DERDE WERELDGROEP SOEST

Gepubliceerd: 04 februari 2008

Ans Mann en Jan Bik, DWG, 26.01.2008

Na een voorzitterschap van acht jaar heeft Ans Mann afscheid genomen van de Derde Wereldgroep Soest (DWG). De andere functie van haar is het fractievoorzitterschap van GroenLinks en dat legt in toenemende mate beslag op haar tijd en energie. Daarom heeft ze uiteindelijk de keuze moeten maken om de voorzittershamer over te dragen aan Jan Bik.

Ans Mann vertrekt met pijn in haar hart, want de DWG en het doel waar deze voor staat, zijn haar in die afgelopen acht jaar zeer dierbaar geworden. Op haar eigen ontspannen manier wist ze richting te geven aan de verschillende activiteiten van de DWG, zoals het ondersteunen van diverse kleine projecten en het onder de publieke aandacht brengen van de problematiek van de allerarmsten elders in de wereld. Ze zette haar ervaring en goede contacten binnen Soest in om het werk van de DWG duidelijk op de kaart te zetten. De goede relaties met de gemeente Soest, met partner Impulsis en met het Griftland College zijn mede op haar conto te schrijven.

‘Galgenmaal’

Tijdens een gezamenlijke maaltijd, die Ans Mann als ‘galgenmaal’ voor de bestuursleden en hun partners zelf had bereid, werd Jan Bik als haar opvolger welkom geheten. Jan Bik, van huis uit econoom, woont sinds 2004 in Soest en werd een jaar later lid van de groep. Hij zette zijn kennis al snel in bij het beoordelen van de vele binnenkomende projectaanvragen en bij het organiseren van de jaarlijkse voorlichtingsavond.

Jan Bik begint zijn nieuwe taak als voorzitter in het jaar dat de DWG  25 jaar bestaat. De viering van dit jubileum, in november a.s., vergt veel voorbereiding. Hij gaat daar, samen met het bestuur, vol zijn schouders onder zetten, terwijl natuurlijk ook het gewone werk doorgaat. De nieuwe voorzitter: ‘Bent u geïnteresseerd  in het werk van de Derde Wereldgroep Soest, mail met ons secretariaat: dwgsoest@hotmail.com.’

Geverifieerd door MonsterInsights